WNL, DENK en de speelruimte van de studiogast
De politieke partij DENK klaagt bij de ombudsman over een aantal berichten in het WNL-programma Goedemorgen Nederland en op de website van de omroep. Deze zijn onjuist en suggestief, en de partij had om wederhoor gevraagd moeten worden. De ombudsman onderzoekt de berichtgeving en stuit op de speelruimte van de opiniërende studiogast.
De klacht
Op 3 mei richt DENK zich tot de ombudsman met klachten over berichtgeving in het WNL-programma Goedemorgen Nederland en op de website van WNL. DENK klaagde eerder, op 20 april, bij de omroep zelf maar ontving op 30 april, naar eigen zeggen, geen afdoende reactie op klachten over onjuiste en suggestieve berichtgeving en het niet vragen van wederhoor bij items en studiogesprekken. De omroep zou in de reactie gesteld hebben “juist gehandeld” te hebben. En daarmee zou de omroep uitspraken van presentatoren en gasten in het programma alsook informatie in de betwiste artikelen “feitelijk juist” verklaard hebben. DENK verwacht actie van de ombudsman en overweegt stappen richting Raad voor de Journalistiek.
Actie
Allereerst enkele opmerkingen voortkomend uit het statuut van de ombudsman:
- De ombudsman onderneemt geen “actie”, de ombudsman onderzoek en analyseert en spreekt indien nodig een oordeel uit. Zij kan (zo zij dat al zou willen) geen rectificatie of het verwijderen van journalistieke uitingen afdwingen. Bevoegdheid tot het ondernemen van actie tegen een persorgaan of -uiting is in Nederland uitsluitend belegd bij de rechter.
- Daarnaast is er geen hiërarchische verhouding tussen deze ombudsman (die geheel zelfstandig werkt) en de Raad voor de Journalistiek (die dat ook doet). Beide hebben eigen statuten, klachtenprocedures en werkwijzen, de Raad is geen vorm van beroep tegen een uitspraak of analyse van de ombudsman noch andersom.
Dit gesteld hebbend heeft de ombudsman de aangedragen zaken (koppen en inhoud van artikelen en onderdelen van het programma Goedemorgen Nederland) onderzocht om na te gaan of er sprake was van onjuistheid van berichtgeving, en of er al dan niet terecht geen wederhoor is gevraagd op (uitspraken in) artikelen of studiogesprekken.
Hoor en wederhoor
DENK stelt diverse malen dat onterecht geen wederhoor is gehaald bij berichtgeving over de partij. Het is echter niet zo dat voor ieder bericht wederhoor verplicht is. Zie voor de gehanteerde richtlijnen over wederhoor de Journalistieke Code van de NPO. Bij een verslag van feitelijke aard – wat diverse van de aangedragen artikelen zijn – is het halen van wederhoor geen verplichting. Ook wanneer sprake is van een opinie, recensie of column is wederhoor niet verplicht. De eis tot het halen van wederhoor is dus volgens de journalistieke standaarden die de ombudsman hanteert niet terecht.
Onjuiste berichtgeving
DENK vraagt verder een inhoudelijk oordeel over een aantal berichten en items.
De kop van het artikel “DENK-Kamerlid Öztürk kamer uitgezet wegens verstoring na debat Armeense genocide” is inderdaad feitelijk onjuist, net als de eerste zin van het artikel. Het Kamerlid en zijn delegatie zijn aangespoord de kamer te verlaten. De ombudsman heeft dit aan de hoofdredacteur laten weten.
Ook de kop van het artikel “Kamer wilde DENK niet in inlichtingencommissie: ‘Twijfel aan loyaliteit’.” wordt door DENK betwist. Hier is een onheldere mix gemaakt van termen uit een analyse in De Telegraaf en de samenvatting in het artikel door WNL van die analyse. De aanhalingstekens in de kop zouden helderheid moeten geven over wie voor welke bewoordingen verantwoordelijk is, maar dat is niet zo. Toch is de kop op zich niet onjuist: deze geeft een correcte weergave van wat de analyse stelt in De Telegraaf en die in het artikel wordt samengevat (of de inhoud van deze analyse correct geacht wordt, is hier niet aan de orde). WNL plaatst wel vaker korte samenvattingen van Telegraaf-columns, zonder de strekking zelf nader te onderzoeken. Dat is niet verboden, mits aan bronvermelding wordt gedaan (en dat is hier zo). Men kan het goedkope site-vulling vinden, maar dat is iets anders dan dat de kop de lading van het betreffende artikel niet zou dekken. En ook hier is het halen van wederhoor (namelijk: op een analyse) niet vereist.
Studiogasten
In de klacht aan WNL geeft DENK een aantal voorbeelden van uitspraken van studiogasten in Goedemorgen Nederland waar volgens de partij correctie dan wel kritische bevraging op zijn plaats geweest zou zijn.
Studiogasten zijn er in categorieën, met bijbehorende ruimte en verantwoordelijkheden. Een studiogast kan onderwerp van het nieuws zijn, en daarom ruimte krijgen in een programma om informatie, een reactie of een mening te geven, zoals bij een politicus of een sporter gebeurt. Een studiogast kan ook deskundig zijn en uit hoofde van haar (lees ook: zijn) functie om haar informatie over of duiding van een bepaald dossier gevraagd worden, zoals bijvoorbeeld een politieman of een wetenschapper. Tot slot kan een studiogast een opiniërende rol hebben (het lelijke en zelden juist gebruikte woord ‘opiniemaker’ wil de ombudsman niet meer dan één keer uit haar toetsen laten komen).
De opiniërende studiogast mag van de ombudsman veel ruimte nemen, zoals de columnist in de krant (wiens ruimte keer op keer juridisch is bevestigd). Twee van de door DENK genoemde personen (die volgens de partij diverse onjuiste en suggestieve uitlatingen over de partij zouden doen) vallen hieronder. In een gekend liberaal-conservatief programma als Goedemorgen Nederland houdt dat in dat er uitgesproken liberaal-conservatieve meningen en opinies gegeven worden. De hoofdredacteur zegt stellig gasten zoals deze “niet uit mijn programma te halen om een politieke partij te pleasen”. De ombudsman ziet hiertoe ook geen aanleiding: een opiniërende gast mag zoals de columnist in de krant zijn ongezouten mening geven. “Het is een mooie publieke omroep waar ruimte is voor mijn liberaal-conservatieve gasten én voor die van DENK,” zegt de hoofdredacteur. Als die ruimte er binnen de brede publieke omroep maar is, hoeft volgens de Mediawet niet ieder programma altijd alle opinies te dekken.
WNL rekent een aantal regelmatige gasten in Goedemorgen Nederland – bijvoorbeeld de journalisten Wouter de Winther en Wierd Duk – tot de tweede categorie studiogasten: de deskundige en duider. In dit programma hebben deskundigen en duiders ook een duidelijk liberaal-conservatieve inslag. Hierop rust geen verbod. Wel mag van een duider (en zeker een deskundige) worden verwacht dat deze zich op feiten baseert. Verder is duiden interpreteren, en daar zal vaak een achterliggende overtuiging een rol spelen en als zodanig herkenbaar zijn. Het is zaak als omroep of programma transparant te zijn welke signatuur dat is. En dat is bij WNL het geval.
Kritisch bevragen
Moet een presentator een studiogast, van welke categorie dan ook, dan niet op zijn minst altijd kritisch bevragen? De ombudsman zou dat zeker graag (en niet alleen bij WNL) zien maar neemt bij haar analyse ook de aard van een uitzending mee. Goedemorgen Nederland heeft geen inquisitie-inslag, het is geen Eén-op-Eén. Volgens WNL is dat een bewuste keuze, gezien het uitzendtijdstip. “Dat sluit, zeker op dit tijdstip, mensen uit van kijken,” zegt de hoofdredacteur, “ik neem mensen liever mee met vriendelijkheid.” Vind hiervan wat u als kijker wilt, maar is dat dan een vrijbrief om onjuistheden in de uitspraken van opiniërende of duidende gasten zomaar te laten passeren? Nee. Echter, een aantal van de door DENK aangehaalde uitspraken is overduidelijk de mening van gasten aan tafel, en die mening mag gegeven worden. Het zal wel tot een beter en informatiever programma leiden als een opiniërende gast in het vervolg op mogelijk aantoonbare onjuistheid van aan zijn opinie ten grondslag liggende aannames wordt aangesproken en deze niet, als het ware, ‘leeg mag lopen’.
Een presentator moet in elk geval zelf geen slordigheden of onjuiste informatie aan een gegeven mening toevoegen, of feit en eigen kwalificaties mengen tot een boodschap met onheldere status. In die categorie ziet de ombudsman een door DENK bekritiseerde presentatietekst over het buitensluiten van de partij bij coalitievorming na de gemeenteraadsverkiezingen. WNL stelt in reactie op deze klacht dat hier feiten zijn weergegeven die aan een studiogast zijn voorgelegd. Maar de presentator voegt in een tussenzin een aantal eigen, niet onderbouwde, kwalificaties toe. Hier had WNL een duidelijk antwoord op door DENK gestelde vragen moeten geven.
Samenvattend stelt de ombudsman dat er bij de in de klacht beschreven zaken een aantal malen geoorloofd sprake is van het voluit gebruiken van de aan een opiniërende gast principieel toegestane ruimte. Daarnaast is voor de feitelijke berichtgeving het halen van wederhoor niet noodzakelijk. Wel is in een artikel (en de kop ervan) sprake geweest van een feitelijke onjuistheid, en is kritischer bevraging – ook van opiniërende gasten – opportuun. Daarbinnen mag en moet de signatuur van een omroep of programma ten volle geëtaleerd en benadrukt worden, in dit geval een liberaal-conservatieve. Want voor het tonen van de veelheid aan stromingen is een pluriforme publieke omroep bedoeld. Uiteraard dienen fouten gecorrigeerd te worden, maar de ruimte voor de (scherpe) opinie dient te allen tijde te worden beschermd.